Kun jij in vijf zinnen zeggen wat jouw thuis tot jouw thuis maakt? Lastig hè. Thuis is belangrijk, het is de bodem onder je bestaan. Thuis is persoonlijk. Jouw thuis is niet mijn thuis. Meestal staan we niet stil bij wat thuis is. In dit artikel legt Lottie uit waarom praten over thuis zo belangrijk is als je ziek bent en hoe je dat kunt doen. En ze geeft voorbeelden van wat het je op kan leveren.
Thuis: extra belangrijk én minder vanzelfsprekend als je ziek bent
Als je ernstig ziek bent, ben je vaak meer aan huis en de directe omgeving van je woning gebonden. Waar een gezond mens thuis én op het werk én bij vrienden én op de sportclub leeft én op vakantie gaat, speelt jouw leven zich vooral thuis af. Dat op zich is al reden genoeg om het thuis extra fijn te hebben.
Ziekte gaat vaak samen met angst en pijn. Ontspanning is daarom belangrijk, en dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Thuis is bij uitstek een plek om te ontspannen. Tegelijk is er geen ontsnappen aan: medicijnen op de keukentafel, ziekenhuisbed in de woonkamer, vreemde mensen over de vloer, …
Thuis ben je ook zelf de baas. Ziek zijn betekent vaak verlies van controle. Het behandelschema bepaalt je agenda. Je brengt uren wachtend door op zorgverleners. Je bent afhankelijk van anderen om dingen voor je te doen, en die doen de dingen altijd net even anders dan jij dat zelf deed. Soms gaat dat zover dat mensen zich niet meer thuis voelen in hun eigen huis.
> Lees ook: 5 redenen waarom conditie opbouwen ingewikkelder is met een chronische aandoening
Geef woorden aan jouw thuis
Thuis is veel meer dan je woning. In mijn onderzoek naar wat thuis is, stuitte ik op zeven gemene delers die maken dat je je thuis voelt. Iedereen geeft daar een eigen, persoonlijke invulling aan. De gemene delers zijn:
- Plek
Thuis is natuurlijk je woning. Maar ook je tuin en de natuur in de omgeving, je buurt of woonplaats, de landen waarmee je je verbonden voelt.
- Andere mensen
Thuis deel je met andere mensen: je partner, kinderen of een huisdier. Maar denk ook aan de bekenden die je tegenkomt bij jou in de buurt, de mensen die je thuis ontvangt of juist niet. Een gedeelde taal en humor verstrekt het thuisgevoel.
- Tijd
Met je thuis heb je een verleden en een toekomst. Je hebt een band opgebouwd met je woning, de omgeving, de mensen om je heen. Een nieuw huis kiezen we vaak met oog op de toekomst: een babykamer om een gezin te stichten, of dichtbij de kinderen en gelijkvloers om oud te worden. Thuis leef je met eigen gewoontes en rituelen.
- Emoties
Thuis voelt veilig en vertrouwd. Uithuilen? De meeste mensen bewaren dat voor thuis, soms zelfs voor het meest intieme deel van thuis: hun slaapkamer. Op schoot bij je partner of een koosnaampje gebruiken? Dat doe je thuis.
- Opvattingen
Thuis leef je volgens jouw opvattingen over wat goed leven is. Jij bepaalt de regels, al dan niet geïnspireerd op een religieuze of andere levensovertuiging. Hoe ga je met elkaar om? Thuis doe je dat op jouw manier, letterlijk in je eigen woning maar ook als onderdeel van de gemeenschap.
- Zintuigen
Zodra je binnenstapt, ruik je al: “Ik ben thuis!”. Thuis worden al je zintuigen geprikkeld op een manier die vertrouwd en prettig is. Je richt je huis is zoals jij dat mooi vindt, kiest de temperatuur op de thermostaat en kookt de dingen die jij lekker vindt.
- Ik
Thuis is van, voor en door jou. Thuis beslis jij. Thuis kun je jezelf zijn. Thuis geef je zelf vorm, met een zelfgemaakt schilderij, een zelf verbouwd huis, met een zelf georganiseerde koffieochtend voor buurtgenoten.
Voel je meer/weer thuis
Als je de woorden hebt om te vertellen wat voor jouw thuis is, dan kunnen jij en je naasten en zorgverleners samen gericht werken aan meer thuis voelen.
Een paar voorbeelden:
– Mensen staren naar je als je in een rolstoel zit. Hier in de buurt ben ik praatjes gaan maken met mensen. Zij groeten me nu als bekenden. Ik voel me geen vreemde meer in mijn eigen straat. [een mens met een ziekte]
– Toen we hier kwamen wonen, heeft mijn vrouw een blauwe regen gepland. Het is haar lievelingsplant. Nu bloeit hij weer, en zij ligt in bed. Ik heb een tak afgeknipt voor op haar nachtkastje. [een naaste]
– In deze buurt wonen mensen uit allerlei landen. Ik kan inmiddels in zestien talen mensen begroeten. Zeker als ik voor het eerst bij mensen thuis kom, maakt zo’n begroeting een wereld van verschil. Mensen delen veel meer met je. [een wijkverpleegkundige]
Ontdek jouw thuis
Wil jij woorden voor wat jouw thuis precies is? In het gratis e-book ‘Zo voel ik me thuis’ ga je stap voor stap door alle onderdelen van thuis voelen. Vragen helpen je om weg om te ontdekken wat maakt dat jij je thuis voelt!

Lottie van Starkenburg is expert in energiek leven met chronische aandoeningen. Ze heeft meer dan twintig jaar ervaring met leven met een kwetsbaar lichaam en sprak honderden mensen met verschillende aandoeningen. Haar visie en aanpak van vermoeidheid publiceerde ze als Energiek leven – anders kijken naar vermoeidheid bij chronische aandoeningen. Haar doel is om een revolutie te ontketenen in de zorg voor mensen die last hebben van vermoeidheid als gevolg van een chronische aandoening.
