‘Mag ik binnenkomen? Ik ben Marieke, geestelijk verzorger.’ Aarzelend knikt ze ‘ja’.
Ik loop de ziekenhuiskamer in en geef Fréderique een hand. En dan gebeurt er iets wat me overvalt, ze breekt. Lange uithalen, dikke tranen. ‘IK WIL NIET DOOD. IK KAN DIT NIET.’
Ons gesprek was nog niet eens begonnen, ik had nog geen echt contact met haar gemaakt. En dan ineens, zo’n enorme huilbui. Het geeft me een ongemakkelijk gevoel. Het was niet mijn bedoeling om haar aan het huilen te maken. Stelt ze het wel op prijs dat ik er ben? Welke woorden zijn nu passend? Ik weet het niet en zeg daarom maar niks. Ik blijf bij haar. Raak haar bewust niet aan, omdat ze dan misschien denkt dat ze moet ophouden met huilen.
Ruimte voor een gesprek
Ik voel haar onmacht, en vooral ook mijn onmacht. Fréderique is – zo weet ik uit haar dossier – niet meer te genezen. Wat zeg je tegen iemand die eigenlijk te jong is om dood te gaan? Ik sta met lege handen….
Langzaam wordt het huilen minder. Ik merk dat het haar oplucht. Er ontstaat ruimte voor een gesprek. Ze deelt haar angsten en zorgen. ‘Ik was altijd zo’n sterke vrouw. Ik kon alles. Bepaalde alles zelf. En nu is die kanker mij de baas. Mijn man wil dat ik nog van alles probeer. Hij kan niet zonder mij, maar ik ben vooral bezig met doodgaan. Ik wil mijn uitvaart regelen, maar hij wil er niets van weten.’
‘Wat is dat moeilijk’, zeg ik, ‘als je doodgaat wil je het gevoel hebben dat je mag gaan – hoe verdrietig ook – en dat je geliefden het gaan redden zonder jou.’
‘Ja, het is precies dat.’
We praten nog een tijd door. Als ik een uur later afscheid neem krijg ik een omhelzing. Ik ben dankbaar dat het gelukt is om haar te ontmoeten.
Een paar dagen later zie ik haar weer. Ze vertelt me over haar leven. Vooral over dat wat nog schuurt, wat ze graag anders had gedaan, waar ze spijt van heeft. Ze biecht van alles op en probeert al vertellende in het reine te komen met de minder fraaie gebeurtenissen in haar leven. Ik luister en luister. Later zegt ze me: ‘Ik vond het fijn dat ik je alles kon vertellen zonder dat je me veroordeelde.’
Lees ook: 5x dit is zo fijn aan een gesprek met een geestelijk verzorger
Zachtjes huilen
Nadat ze weer wat is opgeknapt mag ze naar huis. Een week later is ze helaas alweer terug. De tumor groeit hard en zorgt voor grote problemen. Ze heeft veel pijn en houdt niets meer binnen. Ik maak kennis met haar man en zie met eigen ogen dat hij heel anders in het ziekteproces staat. Terwijl hij mij vertelt over de behandelopties die hij op internet heeft gelezen, zie ik zijn vrouw zuchten en haar ogen sluiten. Ze haakt af, keert zich in zichzelf.
Het komt vaker voor dat naasten hun geliefde niet kunnen laten gaan, de gruwelijke werkelijkheid van zich afduwen. Maar dan ontneem je elkaar de mogelijkheid om ‘goed’ afscheid te nemen. Het maakt het sterven moeilijker. Daarom besluit ik haar man te confronteren. ‘Kun je haar laten gaan?’ vraag ik. Mijn woorden komen binnen, zachtjes begint hij te huilen. ‘Je sterft makkelijker als je mag gaan van je naasten’, zeg ik er voorzichtig achteraan. Ik laat hen alleen, nu moeten ze het samen doen.
‘Ik vond het fijn dat ik je alles kon vertellen zonder dat je me veroordeelde’
Dapper
Als de pijn en het ongemak haar teveel worden vraagt Fréderique om euthanasie. Ze raakte de regie over haar leven kwijt toen ze ziek werd. Zo kan ze nog wel haar eigen dood regisseren. ‘Donderdag ben ik er niet meer’, vertelt ze me opgelucht. Ik zeg haar hoe ik dapper ik het vind dat ze deze weg kiest en kijk vervolgens haar man aan. ‘Ik kan haar alleen maar steunen hierin, het is genoeg geweest zo’, zegt hij met tranen in zijn ogen.
Die donderdagmorgen neem ik afscheid van haar. ‘Ga je straks spoken?’ vraag ik haar. ‘Ja tuurlijk’, er verschijnt een kleine glimlach op haar gezicht. Ze is wat gespannen, maar ze is er ook aan toe, ze is ‘op’. Ik wens haar en haar man veel sterkte, en een goede ‘reis’. Uren later, op het tijdstip van de euthanasie, steek ik een kaars voor hen aan. Ik hoop dat Fréderique nu de rust heeft waar ze naar verlangde. En ik hoop dat haar man de kracht heeft om zo’n groot verlies te dragen.
Lees ook: Feiten en fabels over rouwen

Marieke Schoenmakers is geestelijk verzorger bij Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). Hiervoor heeft ze vijf jaar in de ouderenzorg gewerkt. In haar blogs deelt ze informatie en ervaringen over wat ze meemaakt. Dat kun je hier lezen.