Seksualiteit en intimiteit zijn onderwerpen die in de palliatieve fase vaak onderbelicht blijven. Veel mensen vinden het lastig om erover te praten als ze bijvoorbeeld geen zin meer hebben in seks. Ook zorgverleners, terwijl het juist veel kan doen voor de kwaliteit van leven. Verpleegkundig specialist Corien Eeltink en patiënt Marloes Noordhoek durfden het gesprek wél te starten.
Intimiteit
“Oh nee, wéér iemand”, lees ik van het gezicht van de mevrouw af die ik wil bezoeken omdat ze al weken in het ziekenhuis ligt. Ik sta in de deuropening van haar kamer, en voel dat dit niet het goede moment is.
De telefoon gaat op een, tot dan toe, rustige zondag. Een verpleegkundige vraagt me of ik een patiënt kan ondersteunen op de intensive care. Ik tref een man die door hersenletsel zwaar is aangedaan. Onder andere zijn zicht en zijn spraak zijn uitgevallen. Onduidelijk is of die functies nog terugkomen.
Aanraken is fijn, maar aanrakingen vallen niet altijd goed. Een ander waardeert bijvoorbeeld je goedbedoelde schouderklopje niet. Je kunt nooit helemaal voorkomen dat je aanraking verkeerd valt. Maar de kans op positief contact is groter als je deze do’s and don’ts van aanraken in acht neemt.
Als geestelijk verzorger vindt Marieke het vanzelfsprekend om elkaar regelmatig even aan te raken. Vooral bij mensen (met dementie) die angstig, onrustig, verdrietig of eenzaam zijn. Ze onderzocht de betekenis van aanraken. Marieke: “Mensen hebben huidhonger.”