Mevrouw Salaman* nam bij opname haar hondje mee naar het verpleeghuis. Memphis was al snel de lieveling van de afdeling.
Hij was ook gewoonweg te schattig, met zijn grote ogen en zijn zachte vacht. Geregeld waren we hem kwijt. Dan was hij bij een medebewoner in het mandje van de rollator gekropen en lag hij daar lekker te slapen. Sommigen legden er speciaal voor het hondje een kussentje in, zo gezellig vonden ze het als hij een stukje mee reed.
Memphis betekende veel voor mevrouw Salaman. Hij haalde de scherpe randjes van haar eenzaamheid af. Ze was nooit getrouwd geweest en veel vriendinnen waren al overleden. Gelukkig had ze nog wel een betrokken neef en nicht die geregeld bij tante binnen liepen. Maar er waren maar weinig mensen meer uit haar eigen kring bij wie ze terecht kon met dat wat haar ten diepste bezighield.
De overgang naar het verpleeghuis viel mevrouw Salaman zwaar. Ze kwam uit een fijne buurt waar ze tientallen jaren gewoond had. Haar gezondheid liet haar echter in de steek; op een gegeven moment had ze geen keus meer. Gelukkig mocht Memphis mee onder de voorwaarde dat ze hem zelf verzorgde. Meerdere keren per dag ging mevrouw met de scootmobiel naar buiten om Memphis uit te laten en om een frisse neus te halen. Ze genoot hier altijd erg van. Het hielp mevrouw om te wennen aan haar nieuwe woonomgeving.
‘Niemand die er aan dacht om ze van elkaar te scheiden’
Juist toen ik het gevoel kreeg dat ze zich enigszins thuis voelde bij ons, ging haar hart opspelen. Ze was steeds vaker moe en benauwd. De arts vertelde haar dat ze niet meer beter kon worden. Dat was een hele zware boodschap. Ze was nog helder van geest en de wetenschap dat haar hart zwakker werd, maakte haar met vlagen angstig. Ze probeerde te vertrouwen op haar geloof dat de dood niet het einde is, maar een voortleven in een andere vorm. Het ene moment lukte haar dat beter dan het andere moment.
Collega’s uit de zorg ontfermden zich over Memphis en lieten hem uit. Eigenlijk was er geen plaats meer voor het hondje nu mevrouw niet meer voor hem kon zorgen, maar niemand die er ook maar aan dacht om ze van elkaar te scheiden. Ze hoorden gewoon bij elkaar. Wie zou voor Memphis zorgen als ze er niet meer was? Deze vraag hield mevrouw Salaman erg bezig. Ze was bang dat hij terug naar het asiel zou moeten. Het was voor haar een opluchting toen bleek dat haar neef Memphis mee naar huis zou nemen. Vanaf dat moment kwam er wat meer rust over haar.
Toen mevrouw Salaman haar krachten steeds meer voelde afnemen vroeg ze om een afscheidsritueel. Met Memphis op haar bed en in het bijzijn van haar neef en nicht hebben we haar gezegend omdat zegenen betekent dat je iemand het beste toewenst. We hebben haar de handen opgelegd, om haar als het ware veiligheid en geborgenheid te geven. We hebben gebeden om kracht voor de tijd die komen gaat. Het was waardevol om zo samen te zijn, en om het sterven in het voor mevrouw zo belangrijke spirituele perspectief te plaatsen.
Enkele dagen later stopte haar hart ineens met kloppen. Ze overleed in de armen van een verpleegkundige die juist op dat moment bij haar was.
*Vanwege privacy-overwegingen is de naam gefingeerd.
Marieke Schoenmakers is geestelijk verzorger bij Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). Hiervoor heeft ze vijf jaar in de ouderenzorg gewerkt. In haar blogs deelt ze informatie en ervaringen over wat ze meemaakt. Dat kun je hier lezen.