Ervaringsdeskundige Lenneke geeft 5 tips
Voordat Lenneke ziek werd, was ze leidinggevende van een thuiszorgteam. Ze kwam bij zieke mensen thuis. Voerde gesprekken met mensen die niet meer beter konden worden en met mensen in hun allerlaatste levensfase. Ze luisterde naar hun zorgen, angst of juist een groot vertrouwen. Ze hoorde hun hoop of wanhoop. En vroeg zich vaak af: Wat kan ik zeggen om ze te troosten?
Lenneke: “Ik heb ook nog een tijdje pastoraal bezoekwerk gedaan in onze kerkelijke gemeente. Ook dan waren er wel eens gesprekken over ziekte en dood. Lastig soms. Wat moet je zeggen? We willen als mensen zo graag troostende of opbeurende woorden zeggen. Zeggen dat het goed komt, dat het misschien meevalt. Maar vaak heb je helemaal geen woorden. Dan kun je helemaal niet zeggen dat het goed komt of dat het meevalt. Je kunt gewoonweg niets zeggen om iemand te troosten. Of je kunt beter niets zeggen. Maar hoe lastig is dat.
> Lees ook: Wat als ik niet weet wat ik moet zeggen?
Ervaringsdeskundige
En toen was ik opeens ook nog eens ervaringsdeskundige op het gebied van ziek zijn. Ik herkende de moeite die ik hier zelf mee had ook bij anderen. Ik merkte bij mezelf dat het me stoorde of zelfs irriteerde als ik een reactie niet prettig vond. Maar hoe reageer je dan wel?
Zelfs als jarenlange ervaringsdeskundige worstel ik hier nog regelmatig mee. Wat is nou een goede reactie op slecht nieuws van een ander? Het is heel lastig om zorgvuldig iets te zeggen over troosten. Ik ben er van overtuigd dat wat mensen zeggen meestal liefdevol en goed bedoeld is. En misschien is er geen goed of fout in deze.”
> Lees ook: Boek: hier zijn geen woorden voor
Uit haar eigen ervaring geeft Lenneke vijf tips over wat je wel of liever niet kunt zeggen om iemand te troosten:
1 Luister naar de ander
“We hebben twee oren en maar één mond gekregen van God. Dat zal niet voor niets zijn. Luister naar wat de ander vertelt. En als je niets weet te zeggen. Zeg dat dan. Gewoon stil zijn of je hand op iemands arm leggen is misschien genoeg op dat moment.”
2 Laat het verdriet er gewoon even zijn
“Niemand kan jouw verdriet oplossen of verzachten. Maar dat je het verdriet mag benoemen en dat het er even mag zijn, dat werkt troostend. Een prachtig troostende reactie van een collega kreeg ik, toen ik herstellende van operatie, en tussen chemo’s door, eens op de koffie ging op mijn werk. Ze vroeg niet hoe het ging, of ik pijn had, of ik moe was. Nee, ze vroeg me: ‘Wat is het allermoeilijkste voor jou op dit moment?’ Ik moest even denken en zei: ‘Dat de vanzelfsprekendheid van mijn leven af is.’ Ze was even stil, kneep in mijn arm en zei toen : ‘Dat vind ik heel erg voor je.’ Dat deed me zo goed.”
> Lees ook: Wat zijn de do’s and dont’s van aanraken
3 Niet ‘zilverlijnen’
“Het is geen echt werkwoord, maar wat ik ermee bedoel, is dat je geen zilverlijntje tekent om wat de ander je vertelt, om hiermee de situatie minder erg te maken. Nadat ik mijn diagnose had gekregen en ik had gehoord dat de prognose heel slecht was, droegen anderen soms buren of kennissen aanen die hetzelfde hadden als ik, maar dan veel erger. Die waren dan al overleden en ik was er tenslotte nog. De opmerking ‘Ik kan wel eerder dood zijn dan jij’ heb ik regelmatig te horen gekregen. Zeker, dat kan. Op dat moment troostte mij dat helemaal niet. Bij dit soort opmerkingen voelde het of mijn situatie niet ernstig genoeg was. Het kan altijd erger. Erg erger ergst.”
4 Laat de ander een volwaardige gesprekspartner blijven
“In tegenstelling tot het zilverlijnen, kwam het ook voor dat ik, als ik informeerde naar de gezondheidsklachten van de ander, het antwoord kreeg dat ze mij daar niet mee gingen vermoeien want wat ik had was veel erger. Dat is zo erg, daar kunnen wij natuurlijk niet aan tippen. Dat vond ik ook heel naar. Ik wil gewoon meedoen aan het leven. Ik wil dat de ander onbevangen tegen mij kan praten over versleten heupen of andere kwalen. Zo voelde het of ik op de zijlijn stond en niet meer volwaardig in het leven.”
5 Niet de emoties van de ander invullen
“Als iemand jou iets vertelt over de situatie waar die zich in bevindt, ga je vanzelf nadenken over wat je zelf zou doen in deze situatie. Dat is logisch. Maar ga dat niet gelijk zeggen. ‘Ik zou geen chemo willen.’ ‘Ik zou het niet erg vinden om kaal te worden, als ik maar beter word.’ ‘Ik zou…..’
Je kunt helemaal niet weten wat je zou doen of hoe je zou reageren , omdat jij niet in dezelfde situatie zit. Je weet niet hoe het voor de ander is. En zelfs als jouw situatie heel erg op die van de ander lijkt, dan nog kun je dat niet invullen voor iemand anders.”
> Lees ook: Herinneringen maken, 4 dingen om te onthouden
Wat moet je zeggen om te troosten?
Lenneke: “Conclusie is dat het lastig is en blijft wat je moet doen of zeggen om te troosten. Ieder mens is verschillend, en reageert op zijn of haar eigen manier. Ook de zieke. Bovendien kan gemoedstoestand van de ‘ontvanger’ op dat moment nog verschil maken. Misschien is er geen goed of fout. Maar ik denk dat oprechtheid hierin een sleutelwoord is.”

Lenneke de Mooij heeft uitgezaaide eierstokkanker. Ze is actief voor Olijf, het netwerk voor vrouwen met gynaecologische kanker. “Kan ik mijn ziekte en situatie misschien ombuigen zodat er iets zinvols uit voort kan komen?” vroeg ze zich af. In haar blog Heleentje is ziek deelt ze daarom haar ervaringen en bevindingen over hoe ze leeft met de ziekte kanker in haar leven.
