Het mooie en soms ook spannende aan werken in de zorg is dat je met allerlei mensen in aanraking komt. De ene keer sta je bij de professor aan het bed, de andere keer bij de stratenmaker.
Daarom moet je kunnen schakelen, verschillende ‘talen’ kunnen spreken. Zeker bij stervende mensen en hun naasten. Wat je wel en niet zegt luistert dan heel nauw.
Jaren geleden werd ik gebeld voor een afscheidsritueel bij een oude dame die haar hele leven op een woonwagenkamp heeft gewoond. Ze verbleef nu in het verzorgingshuis van mijn collega, die ik waarnam. Ik ging meteen op weg naar deze voor mij onbekende vrouw.
Eenmaal aangekomen praat een verzorgende me bij over de situatie: “Mevrouw is 91 jaar en heeft kanker. Het gaat hard nu.”
“Is er familie aanwezig?”
“Het hele huis zit vol. Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.”
Ik voel de zenuwen opkomen. Ik ben nog maar pas aan het werk als geestelijk verzorger. Zo vaak heb ik dit nog niet gedaan. Lukt het me wel om zoveel mensen mee te nemen in het ritueel? Kan ik er met mijn kleine postuur en zachte stem wel bovenuit komen? Zullen ze me accepteren als hun geestelijk verzorger voor dit moment? Dit laatste is echt niet vanzelfsprekend; vaak gaat het vanzelf, soms is het hard werken, heel soms lukt het ook gewoon niet.
Ik haal diep adem voordat ik op de deur klop. Een van de kleinkinderen doet open. Het is er druk. Ongeveer 25 mensen, jong en oud, in de toch al niet zo grote kamer. Terwijl ik iedereen een hand geef probeer ik in stilte de stemming te peilen. Dat doe ik eigenlijk altijd in zo’n situatie. Verdriet, opluchting, machteloosheid, angst, dankbaarheid, spijt, het wel of niet aan hebben zien komen… Hoe mensen rond een sterfbed zitten kan nogal verschillen en het is aan mij om daar woorden voor te vinden bij het afscheidsritueel. De sfeer is wat bedrukt. Ik krijg het gevoel dat ze zich geen raad weten met hun emoties.
Ik probeer in stilte de stemming te peilen
Aangezien moeder niet meer kan praten vraag ik de dochter naar haar wensen voor het afscheidsritueel. Ze wil graag een traditionele invulling, wat ik verwacht had gezien de vele Mariabeelden en rozenkransen op de kamer. Een kleinzoon – nogal groot van stuk – komt er bijstaan: “Zeg maar niet dat oma doodgaat. Daar wordt ze alleen maar bang van. Zeg maar dat je komt omdat het Pasen is.”
Even ben ik van mijn stuk gebracht door dit verzoek, mede door de imposante verschijning van de man voor mij, maar ik laat dat niet merken. Ik wil geen toneel spelen en besluit hier niet in mee te gaan. Ik recht mijn rug om ‘steviger’ over te komen: “Uw oma voelt zelf waarschijnlijk heel goed aan dat ze stervende is. Mijn ervaring is dat veel mensen dat haarfijn in de gaten hebben.” Ik zie dat mijn woorden binnenkomen bij de kleinzoon, al kijkt hij nog wat bedenkelijk. “Laten we gewoon beginnen en heel goed in de gaten houden hoe uw oma reageert. Als inderdaad blijkt dat ze ervan schrikt kunnen we er altijd nog mee stoppen.” De man knikt instemmend tot mijn opluchting.
Even later staan we met zijn allen rond het bed, de meesten – zo lijkt het – wat nerveus trekkend aan hun sigaret. Dat er binnen niet gerookt mag worden, laat ik maar voor wat het is. Ik voel me steeds meer in mijn kracht komen en vind het ergens toch wel heel bijzonder dat ik hier onderdeel van mag zijn. Door mijn functie als geestelijk verzorger kom ik op een heel intiem moment binnen in een cultuur die voor mij onbekend is. Op persoonlijke titel had ik hier nooit gestaan.
We zetten oma in het licht met kaarsen, aangestoken door de kleintjes. We bidden voor kracht voor de tijd die komen gaat, en voor een goede reis naar het Licht. Er ontstaat wat meer rust en ruimte bij de naasten. De zwaarte gaat eraf. Zoals verwacht schrikt oma niet van het ritueel. Ze sterft diezelfde nacht nog, omringd door haar geliefden. Ik houd er een goed gevoel aan over, en vooral ook wat meer zelfvertrouwen.
Verder lezen:
- Wat is waken en hoe doe je dat?
- Afscheidsrituelen, daarom zijn ze zo belangrijk
- Feiten en fabels over rouwen

Marieke Schoenmakers is geestelijk verzorger bij Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). Hiervoor heeft ze vijf jaar in de ouderenzorg gewerkt. In haar blogs deelt ze informatie en ervaringen over wat ze meemaakt. Dat kun je hier lezen.